Restauratie 2005

Nadat in november 2004 het pand is gekocht van de gemeente Delft, zijn er uitgebreide plannen gemaakt voor de restauratie. De voorbereidingen waren al een tijdje in volle gang toen in juni 2005 de aannemer de steigers begon op te bouwen. Een groot wit plastic werd ervoor gespannen en ontnam ons allen het zicht op de gevel. Ook de zij- en achtergevel verdwenen uit het zicht.

Gevels en timpaan

Tijdens de eerste fase werden de slechte stenen van de zij- en achtergevel uitgekapt en vervangen. Dit was vooral nodig rondom de raamopeningen. In de voor- en zijgevel werden eveneens alle voegen verwijderd en vervangen want deze waren er erg slecht aan toe. In het verleden was op veel plekken een te harde mortel in de voegen gestopt. Hierdoor was schade ontstaan aan de zachte zandstenen van de voorgevel. Nu is gebruik gemaakt van een zachtere mortel die beter geschikt is voor zandsteen.

Verder werd ook het zandsteen van de voorgevel gereinigd. Lelijke stukken zijn uit de stenen gefreesd en opgevuld met een speciale mortel. Drie stenen waren er zodanig slecht aan toe, dat ze in zijn geheel vervangen zijn. Het beeldhouwwerk in het timpaan boven aan de gevel en de koeien- en kalfskoppen boven de ingangen zijn gereinigd. Nadat het timpaan een eerste maal door Huurman was gestoomd op lage druk, is het beeldhouwwerk een tweede maal gereinigd door vrijwilligers van de stichting zelf. Op advies van monumentenzorg is dit laatste zeer voorzichtig gebeurd, waardoor niet alle aantasting door uitwerpselen is verwijderd om het beeldhouwwerk niet te beschadigen. Het reliëf is daarentegen wel beter zichtbaar geworden.

Herstellen van het dak

De werkzaamheden aan het dak bleken harder nodig dan gedacht. Het loodwerk van het dak was dringend aan vervanging toe om lekkage, en daarmee schade aan de monumentale houten zolderconstructie, te voorkomen. Al het lood op het dak (ter hoogte van het timpaan) is vervangen. Hiervoor is dikker lood gebruikt dan er op lag en het is in kleinere stukken aangebracht, waardoor het minder gevoelig is voor temperatuurswisselingen en dus waarschijnlijk langer mee zal gaan.

Op alle hoeken van het dak zijn de noklatten en het loodwerk vervangen, zodat hier ook in de toekomst geen water meer naar binnen kan.

Kozijnen en trappetjes

Vervolgens zijn alle kozijnen hersteld. Rotte stukken hout en kapotte of lelijke ruitjes zijn vervangen. Een aantal raampjes die uit plexiglas bestonden, zijn vervangen door echt glas. Bovendien zijn de kozijnen blank gemaakt en grondig geverfd. Omdat de werkzaamheden aan het dak duurder uitvielen dan verwacht, besloot de Stichting Onderhoud van de Koornbeurs om het schilderwerk van de kozijnen aan de binnenkant van het pand zelf uit te voeren om geld te besparen.

Ook werd een tijdje gedacht dat we niet genoeg geld zouden hebben om de trappetjes te herstellen. Gelukkig heeft Huurman zo efficiënt gewerkt, dat de rest van de restauratie goedkoper uit is gevallen. Hierdoor is ook dit onderdeel hersteld. Alle oude verflagen werden van de leuningen gehaald en ze werden opnieuw in de lak gezet.

Drie van de marmeren stenen aan de zijkanten van de trappetjes onder de leuningen zijn vervangen (de vierde is omgedraaid). Verder zijn de voetjes, waar de leuningen op staan, allemaal op dezelfde hoogte gesteld, het stucwerk aan de zijkanten is hersteld en de leuningen zijn opnieuw, nu op gelijke hoogte, in de muur verankerd.

Bevestiging van de horens

Ondertussen waren de steigers alweer verwijderd en was beter te zien hoever de restauratie gevorderd was. In de laatste fase werden de horens aan de koppen bevestigd. De beelden van de runderen boven de boveningangen en de ram in het timpaan zijn voorzien van echte horens, die in de loop der tijd erg versleten waren. Omdat de aannemer hier geen ervaring mee had, stelde hij voor dat de StOK zelf nieuwe horens regelde.

Dit had veel voeten in de aarde maar de Nederlandse Fokkersvereniging van het Drents Heideschaap wou graag een steentje bijdragen aan het in oude luister herstellen van het pand, dat ooit gebouwd was als vleeshal. Via hen zijn wij in het bezit gekomen van echte ramshorens. Chris Diecke van monumentenzorg Delft kon voor ons de benodigde runderhorens regelen bij een boer in Friesland.

De horens werden eerst uitgekookt om het resterende merg en bot te verwijderen. Daarna was het even uitzoeken hoe de horens geprepareerd moesten worden. Het is erg uitzonderlijk dat echte horens gebruikt worden op een gebouw. Meestal zijn deze van steen. Daarom was het erg moeilijk om hierover informatie te vinden. Ook voor de aannemer was het een unieke kans om dit een keer mee te maken. Na het voorzien van een conservatielaag, werden de horens bevestigd. Hierdoor ziet het gebouw er weer mooi afgewerkt uit.

Verplaatsen van de gasdeur

De rechter kelderdeur wordt meestal gebruikt als hoofdingang en bestaat uit twee deuren achter elkaar. De buitenste deur heeft in de Tweede Wereldoorlog de naam ‘bomdeur’ gekregen. De deur daar achter heet ‘de gasdeur’. Beide deuren hebben een grote opknapbeurt gekregen. De bomdeur had vooral te leiden onder roest, de gasdeur vooral onder zijn frequente gebruik. Bovendien zat de gasdeur naar onze mening niet op de plek waar hij oorspronkelijk hoorde, dit is te zien aan de gewelven in de kelder, deze deur is dus een stukje naar voren geplaatst.

Fondsen

Ondanks deze grote restauratie zijn we nog lang niet klaar. Omdat het onderhouden van een monumentaal pand erg duur is, zijn we actief op zoek naar fondsen voor bijvoorbeeld het verfproject. Daarnaast is een donateursorganisatie opgericht met het doel donateurs te werven. Deze mensen maken jaarlijks een bedrag over en krijgen een aantal nieuwsbrieven over het wel en wee van het gebouw.

 

De StOK wil graag de volgende fondsen en subsidieverstrekkers bedanken voor het mogelijk maken van de restauratie in 2005:

*De gemeente Delft voor de bijdrage uit de EZH-gelden

*Het Bouwfonds Cultuurfonds

*De M.A.O.C. Gravin van Bylandt Stichting

*De Van der Mandela Stichting

*De DVR Stichting

*Het ANWB fonds